Bovenbouw
ontwikkeling
In deze fase moet er extra rekening gehouden worden met de lichamelijke ontwikkelingen van de kinderen. De leerlingen komen in een groeispurt waarin de armen en benen onhandig en ongecontroleerd kunnen voelen door te plotselinge groei. Vermijd in deze periode teveel rennen of springen om ontstekingen in het knie gewricht te voorkomen. Sommige leerlingen zullen sneller in de pubertijd komen dan andere, de bewustwording van het veranderende lichaam kan onzekerheden veroorzaken. Het is hierbij dus extra belangrijk dat je kijkt naar de individuele sociale en motorische behoeftes van de leerlingen om ze hier in te kunnen ondersteunen.
Sporten en bewegen kan een goede manier zijn om wat extra zelfvertrouwen te krijgen. Als begeleider is het belangrijk dat je ervoor zorgt dat de leerlingen zowel succeservaring als uitdaging beleeft. Dit kan betekenen dat je het spel of de teams soms moet veranderen. Het beleven van een succeservaring heeft een positieve invloed op het zelfbeeld van de leerling.
Rond het elfde jaar beheerst een kind in principe zijn motoriek volledig. De coördinatie, stabiliteit en spiersterkte zijn tot een basis niveau ontwikkeld. Dit geeft de kinderen voldoende vaardigheden om mee te doen aan verschillende beweegactiviteiten. Ondanks dat kunnen deze vaardigheden per leerling verschillen. Dit verschil is te verklaren door de hoeveelheid waarin de leerling aan sporten doet en aan de ontwikkeling van de leerling.
De leerlingen hebben de basis fundamenten geleerd om te kunnen functioneren in groepsverband. Ze kunnen regels begrijpen en kunnen rekening houden met elkaars normen en waarden. Zorg dat de spellen uitdagend blijven door kleine aanpassingen te doen om de leerlingen betrokken te houden bij de lessen bewegend leren.