Het omrekenen van maten
Speluitleg :
De leerlingen maken tweetallen en staan tegenover elkaar in de rij. Elk tweetal krijgt een bal of ander sportmateriaal om mee te gooien. De spelbegeleider roept een getal en van welke eenheid naar welke eenheid deze moet worden omgezet. Bijvoorbeeld 0,1 meter naar centimeter. 0,1 M is 10 cm. De leerlingen moeten dan 10x overgooien. Als de leerlingen een antwoord hebben gegeven, geven ze het materiaal een plekje door. Op deze manier hebben de leerlingen steeds ander materiaal in hun handen
Voorbereiden:
Sportmateriaal pakken zoals:
- Tennisbal
- Handbal
- Frisbee
- Basketbal
- Voetbal
- Rugby
- Overspelen met een hockeystick en bal
- Tennisracket en een zachte bal
- Print bijlage 26
Aanpassingen:
- Met stuiter gooien (makkelijker)
- Zonder stuiter (moeilijker)
- Met 2 handen gooien en vangen
- Met 1 hand gooien en of vangen
- In andere tweetallen werken
- Een kleinere of grotere afstand van elkaar
- Andere sommen gebruiken